Al in 2006 heeft de Nederlandse overheid advies gevraagd over wat onder duurzame biomassa moet worden verstaan en hoe dit in handzame criteria vertaald kan worden. De adviesgroep “Duurzame productie van biomassa”, onder voorzitterschap van Jacqueline Cramer publiceerde in juli 2006 haar breed gedragen rapport over duurzaamheidscriteria voor de productie en bewerking van biomassa in energie, brandstoffen en chemie. Een belangrijk deel van deze duurzaamheidscriteria voor biomassa is later door de Europese Commissie overgenomen in de Europese richtlijn hernieuwbare energie (RED) (28/2009/EG). Voortbouwend op het eerdere werk van de adviesgroep Cramer, heeft de Commissie Duurzaamheidsvraagstukken Biomassa (CDB) de afgelopen jaren onder andere advies uitgebracht over het gebruik van reststromen en criteria ter voorkoming van indirecte veranderingen van landgebruik (Indirect Land Use Change – ILUC).
Op basis van zowel het werk van deze twee commissies en in nauwe samenwerking met het Duitse INRO-initiatief hanteert de Green Deal Groencertificaten een minimum set aan duurzaamheidscriteria. Deze criteria zijn een uitwerking van de zes duurzaamheidsprincipes van Cramer aangevuld met criteria ter voorkoming van indirect landgebruik.
Resultaat is dat de duurzaamheidscriteria zoveel mogelijk de RED volgen. Dit is van belang omdat grondstoffen die gebruikt worden voor de productie van biobrandstoffen ook geschikt zijn voor de productie van chemische producten en kunststoffen. Door aansluiting bij de RED is gestreefd naar zoveel mogelijk consistentie in aanpak op Europees niveau.
De milieucriteria voor de teelt van biomassa van RED zijn waar nodig aangescherpt en bovendien uitgebreid met sociale en economische duurzaamheidscriteria die in de RED ontbreken. Er is bewust voor gekozen om die criteria te hanteren die al gedefinieerd en toegepast zijn in andere relevante contexten (bijvoorbeeld fundamentele arbeidsnormen van de Internationale Arbeidsorganisatie IAO, cross compliance-regels, verordening [EG] nr. 73/2009).
Voor de duurzaamheidsprincipes ‘concurrentie met voedsel’ en ‘indirecte effecten landgebruik’ zijn nog geen geschikte criteria operationeel die op het individuele bedrijfsniveau toegepast kunnen worden. Wanneer deze criteria in de toekomst wel beschikbaar komen, kunnen deze toegevoegd worden.
Ten aanzien van broeikasgasemisies wordt van iedere schakel in de keten gevraagd te rapporteren hoeveel CO2 vrijkomt bij de productie en verwerking van biomassa in deze schakel. De green deal stelt geen eisen aan een minimale verbetering ten opzichte van een fossiele referentie, omdat een goede rekenmethodiek hiervoor nog ontbreekt.
Zie hier voor de volledige criteria catalogus.